zaterdag 11 augustus 2018

Vrijdag 10 augustus: langs de Monte Amiata, en bewondering voor een vakman

De wekker gaat om 5h30. Ai, dit is vroeg. We draaien ons nog een keer om, maar rijden uiteindelijk toch rond half zeven uit Buenconvento weg. 

De mevrouw van het hotel had, heel lief, sandwiches voor ons gemaakt, maar zodra we bij de eerste bar stoppen betwijfelen we of die geconsumeerd gaan worden. Haar industriĆ«le witbrood moet de concurrentie aangaan met de cornetti con crema, en dat lijkt een verloren zaak. 

In die eerste bar worden we overigens op een stukje theater gepresenteerd als de jongste bediende te laat binnen komt zetten. De eigenaar foetert haar voor onze ogen uit, maar zij is niet op haar mondje gevallen en geeft goed weerwerk. Als we later wegrijden praten we na over deze situatie, en we delen de mening dat de eigenaar er goed aan zou doen dit soort conversaties buiten de ogen en oren van zijn klanten te houden. 

Het eerste stuk stijgen we naar Montalcino. Al vroeg zien we de stad hoog op de heuvel liggen: het is een mooi beeld, maar de wetenschap dat we al die meters omhoog moeten fietsen bezorgt ons ook de nodige schrik. 

Het Toscaanse landschap is in de morgendauw nog mooier dan anders. We maken veel foto's, maar het blijft lastig de schoonheid op de gevoelige plaat te vatten. Een rij cipressen komt wel goed op de plaat te staan. 

De band van Pablo's fiets, die we gisteren hebben geplakt, houdt het goed, maar een nieuw gebrek dient zich aan: de fiets loopt een beetje aan. We zien dat een spaak kapot is gegaan, en het wiel een kleine slag heeft, waardoor het zacht tegen de remblokjes loopt. Het schakelen naar de kleinste versnelling levert Pablo ook nog steeds problemen op. We constateren dat we een vakman moeten inschakelen, en besluiten dat in Montalcino te proberen. 

Steven rijdt een beetje voorop, en stopt dan ergens in de schaduw om op Pablo te wachten. Opgewonden komt zoonlief aanrijden: hij heeft vijf everzwijnen gezien! De beesten staken vlak voor zijn ogen de weg over, eerst een hele dikke, en toen vier kleintjes. Pablo heeft een foto kunnen maken van het laatste zwijntje. 

De zwijnen zijn het voorlopige hoogtepunt van de fauna die we op onze tocht hebben gezien. Andere dieren die we voorbij hebben zien gekomen waren parelhoenders, salamanders, een konijn en drie hertjes (waarvan een morsdood). 

In Montalcino genieten we van het schitterende uitzicht. Bij een ijzerzaak vragen we om hulp voor Pablo's fiets. Een zeer aardige man, die zelf een stoere elektrische fiets heeft, zegt dat hij ons tot zijn spijt niet kan helpen, maar geeft ons wel het adres van een fietsenmaker in Arcidosso, iets verderop op de route. We praten nog wat, en constateren weer dat Italianen echt heel vriendelijke mensen zijn.

In Montalcino ontdekken we ook verborgen familiebezit: er is een Banca Cras! Na terugkomst in Nederland ga ik snel eens met mijn moeder praten. Misschien is dat huisje in ItaliĆ« toch dichterbij dan we dachten ... 

Nadat we bij een barretje een kop koffie en een lokaal citroentaartje hebben genuttigd, vervolgen we onze route. We zoeven eerst lekker omlaag, maar al snel moeten we weer omhoog, richting Casteldelpiano. De zon brandt inmiddels behoorlijk fel. We gaan op zoek naar een lunchplek, maar komen niets geschikts tegen. In het pittoresk gelegen Seggiano is een bar waar we water nemen en wat chips, maar voor een behoorlijke lunch moeten we toch wat verder fietsen. 

De weg rijdt langs de Monte Amiata (1732 m), die we soms fraai in beeld krijgen. Hier is waarschijnlijk hele vruchtbare (vulkaan) grond, want overal zien we fruit: pruimen, appels, vijgen, kastanjes en bramen. Alleen de laatste vruchten consumeren we, maar we vinden het niet een geweldig bramenjaar. 

Halverwege Seggiano en Casteldelpiano worden we verblijd met een bron waar heerlijk fris water uit komt. Wat een eenvoudig geluk! Pablo vult zijn bidons en waterzak, die erg handig blijkt te zijn. 

In Casteldelpiano bruist het van leven. Hoe zuidelijker we gaan, hoe meer leven in de brouwerij, zo lijkt het. We nemen twee stukken pizza, een ijsje en een kop koffie. 

Na een behoorlijke pauze rijden we door naar Arcidosso, ook al zo'n levendig stadje. De fietsenmaker is alom bekend, en al snel staan we bij hem op de stoep. De zaak is een walhalla voor fietsers, overal zijn "fietsdingen". 

Na drie andere klanten zijn wij aan de beurt. We leggen onze problemen uit, en meteen komt de man in actie: de fiets wordt ophangen, binnen 2 seconden is het wiel eraf, en razendsnel en vakkundig wordt de spaak vervangen, het wiel rechtgezet, de binnenband (voorzichtigheidshalve) vervangen, en de versnellingen aangepast. Uit eigen beweging oppert de fietsenmaker om Pablo's zadel iets rechter te zetten. Wij stemmen meteen toe, dit kon wel eens de oplossing zijn voor iets te hoge druk op de edele delen. 

We staan met grote ogen naar alle verrichtingen te kijken. Wat een vakman is dit, hij kan tenminste iets! Als we op het eind gevraagd worden 15 euro te betalen, geven we er graag een mooie fooi bij. Dat was een zeer nuttige stop. En de student rijdt inderdaad "drukloos" weg. 

Op voorstel van Pablo gaan we slapen in Santa Fiora, want de opa van Bernardo, een van zijn vrienden uit Warwick, heeft hier gewerkt als geoloog. Het blijkt een zeer levendig stadje, met een fraai plein. 

We nemen intrek in hotel Eden, doen - zonder echte wasmiddelen - de was zo goed en kwaad als het kan, en gaan dan op zoek naar een hapje eten. In vervolg op een suggestie uit Sneek/Amsterdam, die wij al begrijpen alvorens hem ontvangen te hebben, gaan we naar restaurant Il Barilotto. Daar krijgen we o.a. huisgemaakte pici en heerlijk wild zwijn. Goede keus was dit. 

Het restaurant staat vol wijnflessen, en ondanks ons goede voornemen kunnen we de verleiding niet weerstaan om ook wat wijn te nemen. Het vlees is zwak, inderdaad, maar we vinden het ook niet aardig ten opzichte van restaurateurs om uitsluitend te eten en niet te drinken: "men eet je arm, maar men drinkt je rijk". Dit gezegd, we nemen een zeer bescheiden hoeveelheid (elk een karafje huiswijn Montalcino van 25 cl). 

Onze 'faux pas' blijft niet onopgemerkt. In het dagelijkse telefoongesprek met Steven merkt Carlien dat hij wat gedronken heeft. Waarschijnlijk is het echter een combinatie van slaap- en alcohol dronken, wat gezien het vroege uur van opstaan deze morgen en de lange fietsdag niet onbegrijpelijk zou zijn. Goede reden, derhalve, om het licht deze avond vroeg uit te doen. Hetgeen gebeurt. 

Route: Buonconvento-Santa Fiore
Gereden afstand: 57,58 km 
Gereden tijd: 4h38
Gemiddelde snelheid: 12,40
Topsnelheid: 53,50 km/h































Geen opmerkingen:

Een reactie posten